-Vrucht van terzijde gezien rondachtig, zijdelings afgeplat, op dwarse doorsnede aan de rugzijde van het vruchtbare hokje met een kurkachtige verdikking, aan de buikzijde met 2 onvruchtbare hokjes.
-Onderste bladen spatelvormig, stomp, de bovenste lancetvormig tot langwerpig, iets spits, soms ook breder en stomp, meestal gaafrandig.